Kleurenblind denken:
Lachend besef je alwéér dat het brein alles kan bedenken wat het maar wil...
Het brein is geconditioneerd
Hersenen zijn materie, want je kunt hersenen/een brein daadwerkelijk
vasthouden.
Hersenen in werking brengen gedachten voort: het brein denkt dan na.
De inhoud van het denken is het totaal aan ervaringen en kennis die in het
brein zijn opgeslagen.
De normen en waarden van het denken zijn aangeleerd vanuit de cultuur.
Culturele waarden worden van generatie op generatie aan elkaar doorgegeven.
Wat het brein zoal denkt en bedenkt noemen we de conditionering van het brein.
Het ontstaan van een gedachte in het brein
Een gedachte = een reactie van het brein
Een gedachte kan ontstaan doordat het lichaam/de zintuigen iets waarnemen;
de gedachte kan ook ontstaan door een chemische reactie / een 'gevoel' in het
lichaam;
de gedachte kan ook ontstaan als reactie op een andere gedachte van het
geconditioneerde brein;
de gedachte kan ook ontstaan als antwoord op de invloeden uit de omgeving.
De gedachte die ontstaat
Wélke gedachte ontstaat, hangt af van de inhoud van het denken (de
conditionering van het brein).
Het brein geeft aan gedachten een bepaalde waarde.
Wélke waarde aan een gedachte wordt gegeven, hangt ook af van het
geconditioneerde brein.
Slachtoffer van het denken
Er wordt over het algemeen aangenomen dat wij het slachtoffer zijn van ons denken.
Wij hebben last van bepaalde gedachten en dat probleem denken we op te kunnen
lossen met behulp van allerlei methodes.
Dit is een dwaling van het denken, want het brein kan zichzelf bewust sturen
zodra het zijn werking beseft. Daar is verder geen methode of goeroe voor
nodig.
Het proces is als directe ervaring te
omschrijven:
Voorbeeld:
Stel je voor dat je nu op het strand in de zon ligt, je hoort het geluid van de
meeuwen, je voelt het zand onder je handen, de zon op je lichaam…
Als je meegaat in die gedachten, dan voel je de reactie van je lichaam op de
gedachten van het brein
Feit:
Het brein kán aan de zon denken.
Het brein maakt de keuze of het wel of niet aan de zon wíl denken.
1+1=2 : het brein is geen slachtoffer
van het denken, want in bijna elke situatie kunnen bewust gedachten worden
opgeroepen en gestuurd. Alleen in een daadwerkelijke paniek-situatie in het
‘nu’ ontstaat er automatisch een vecht of vlucht reactie van het lichaam.
Het brein kan kiezen of het aan het verleden of de toekomst denkt, of het fijne
of vervelende gedachten heeft.
Het ‘op tilt slaan van de hersenen’ kan beïnvloed worden door de ademhaling.
Door tijdens stress rustig te gaan ademhalen, kan het brein zijn gedachten weer
ordenen en opnieuw kiezen voor een gedachte.
Het ‘ik’
Er wordt over het algemeen aangenomen dat er een 'ik' bestaat die los staat van
het denken.
Die ‘ik’ kijkt naar de gedachten van het brein en heeft daar een mening over.
Die ‘ik’ lijd aan de gedachten die voortkomen uit het brein.
Maar dat er een ‘ik’ bestaat, is een dwaling van het denken.
Voorbeeld:
Als je nu denkt dat je in een citroen bijt, dan is er een reactie in je mond
Feit:
Er is een lichaam en er zijn denkbeelden (de gedachten over hoe een citroen
smaakt)
1+1=2 : Na de gedachte in het brein is
er een directe ervaring van het lichaam. Daar komt verder geen ‘ik’ aan te pas.
Nog een voorbeeld:
Stel je de gedachten voor: ‘Wat een mooie tekening, dat heb ik goed gedaan. Zal
ik ‘m in een plastic tasje doen? Nee, dat is slecht voor het milieu. Ik doe ‘m
in een papieren zak.’
Feit:
Het brein denkt na over het resultaat van een handeling (de tekening) en heeft
daar een mening over (mooi, goed gedaan).
Het brein denkt na over andere gedachten van het brein (welke verpakking gebruiken).
Het brein neemt een beslissing vanuit zijn conditionering (de gedachte dat plastic
slecht is voor het milieu)
Het lichaam voert vervolgens de gedachte uit.
1+1=2 : De meningen van een brein zijn
onderdeel van de inhoud van dat brein. Tussen de ervaring van het lichaam en de
denkbeelden van de hersenen bestaat geen 'ik'. Denken en denker zijn één. Uit de hersenen komen geconditioneerde
gedachten voort. Daar komt verder geen
‘ik’ aan te pas.
De tijd
Het brein heeft gedachten (denkbeelden) over het verleden en de toekomst.
Die verschuiving in de tijd is alleen een gedàchte van het brein, want verder
gebeurt er niets.
Feit:
Er is een lichaam met hersenen die gedachten voortbrengen
1+1=2 : Het ‘nu’ is de enige realiteit. De rest is een
gedachte van het brein over het verleden en de toekomst.
Samenvatting
Allerlei gedachten dwarrelen langs.
Het brein kan (maar hoeft dat niet!) die gedachten geloven en er in mee gaan.
Het brein heeft het schuiven van het denken in de tijd, zelf in de hand.
Het brein kan in bijna elke situatie gedachten oproepen en sturen.
Alleen in paniek-situaties is er een automatische vecht of vlucht reactie van
het lichaam.
Zodra het brein gedachten en ervaringen vanuit zijn conditionering waardes
geeft,
wordt het leven door een gekleurde (geconditioneerde) bril ervaren.
Er is dan geen sprake van helder waarnemen.
Zolang het brein vasthoudt aan het ‘ik’ en zijn ‘eigen mening’ dan strijdt het
voor die mening.
Feitelijk strijdt het brein voor zijn conditionering, die daar geheel toevallig
zit en al van generatie op generatie is doorgegeven.
Zo zijn breinen geconditioneerd
Het brein kan bovenstaande begrijpen.
Wanneer het brein de informatie ook beséft, dan zet het brein geen
fantasieën meer neer.
Dan leeft het brein met de feiten in het ‘nu’ en reageert daar op.
Want het brein ziet dan de gevolgen van zijn geconditioneerde gedachten:
de problemen van het brein en het lichaam in het ‘nu’ / de problemen in de
huidige maatschappij.
Overdenking:
Is bovenstaande juist?
Of zijn het alleen maar wat gedachten die voortkomen uit mijn geconditioneerde
brein?
Is er een reden om te bedenken waarom het brein denkt dat het niet van
vervelende gedachten af kan komen?
Komt het antwoord van die vraag vanuit de conditionering van het brein?
Of is het antwoord ontstaan omdat het brein iets zelf heeft vastgesteld?
Als u zonder oordelen kijkt naar de bewegingen van het brein,
dan heeft u het antwoord op die vraag.
Veel denkplezier!
Hartelijke groeten,
Evelyn